Ik lach, ik leef,
de zon warmt mijn gezicht.
Mensen om me heen,
zo geliefd, zo dichtbij.
En toch mis ik je.
Het gat blijft even groot,
even diep,
even scherp zijn de randen.
Leven groeit eromheen,
maar het krimpt niet.
Ik mis je nog steeds.
En dat blijft.